Lichtplan koel -en vriesruimten

Koel- en vriesruimten vragen extra aandacht wat betreft de verlichting. Lichtbronnen reageren heel verschillende op lage omgevingstemperaturen. En ook de elektronica wordt sterk beïnvloed door de omgevingstemperaturen. Hoe hiermee om te gaan?

In koelcellen komen temperaturen voor van enkele graden boven nul tot -20oC. In vriescellen gaat het van -20oC t/m -50oC. Voor koelcellen zijn daarom andere maatregelen nodig dan voor vriescellen.

Lichtbronnen kunnen ingedeeld worden naar hun reactie op de omgevingstemperatuur:

  • Gloei- en halogeenlampen: -50oC is op zich geen probleem, maar de transformator kan de beperkende factor zijn. Vaak zal -20oC de grenswaarde zijn. Door de trafo’s buiten de vriescel te plaatsen, wordt deze beperking omzeilt.
  • Spaarlampen. Meestal komt er bij +5oC niet veel licht meer uit en tenzij in een geïsoleerd armatuur toegepast, is dat de grenswaarde.
  • Compact fluorescentiebuizen en fluorescentiebuizen hebben eveneens een ondergrens bij +5oC. Speciale uitvoeringen hebben bij die temperatuur nog een behoorlijke lichtopbrengst
  • Gasontladingslampen kunnen vaak lage temperaturen aan, maar net als bij halogeen is de elektronica de beperkende factor: -20oC is de laagste waarde. Door de ballast buiten de vriesruimte te plaatsen kunnen hogedruk natriumdamplampen nog wel tot -50oC.
  • LED heeft op zichzelf een zeer gunstige karakteristiek voor -50oC toepassingen, maar ook hier is de elektronica de beperkende factor. Ook moet de ledchip goedbeschermd zijn tegen grote temperatuur wisselingen en een hoge luchtvochtigheid. LED kan dus niet klakkeloos in koel- en vriescellen worden toegepast.

De verlichtingssterkte die in dergelijke ruimten moet aanwezig zijn is omschreven in tabel 5.4 van de NEN EN-12464-1:2011. De waarden gelden voor de lichtstroom die bij de nominale temperatuur in de koel- of vriescel zal bestaan! Bij de meeste lichtbronnen is die fors lager dan opgegeven wordt in de documentatie van fabrikanten. Het zal daarom energetisch en qua aanschaf een dure aangelegenheid worden. Of wel, men plaats zo meer armaturen als de lichtstroom terugloopt bij de gegeven temperatuur, ofwel men past geïsoleerd en/of verwarmde armaturen toe